Afbeelding
Foto:

Kerk-Avezaath

Ik sta in Kerk-Avezaath op de Daver. De straat heeft die naam van de Daver, een uitloper van de Linge. Het watertje heeft de aanleg van de A15 niet overleefd. Maar de mooie herenboerderij ‘Daverzicht’ heeft het nog zien stromen.

Ik zie op weg naar het viaduct over de snelweg meer van die deftige boerderijen. Ze zijn allemaal in de loop van de negentiende eeuw gebouwd door vermogende boeren. Volgens de schoolboekjes werden de boeren hier slapend rijk – hun medewerkers niet, schat ik.

Veel van die geslaagde boeren deden ook in paarden. Het ‘Handboek der paardenkennis voor den burger- en krijgsstand’ uit 1811 heeft daar een verklaring voor: ‘De Betuwe, de Bommeler- en Tielerwaard en in het algemeen de vruchtbare uiterwaarden aan de boorden van de Waal, de Rijn en de IJsel [met één s toen nog, HS] gelegen, leveren een menigte paarden op, die bijzonder voor de kavellerij geschikt zijn’. De Betuwe leverde het Franse leger in de zeventiende en achttiende eeuw duizenden paarden, speciaal gefokt, mooi van vorm en toch gespierd. In de tweede helft van de negentiende eeuw gingen er ook paarden naar België, Duitsland, Engeland en Spanje. De Engelsen waren vooral uit op zwarte hengsten, voor de lijkwagens.

Je ziet niet alleen wat je ziet, je ziet ook wat je weet.
Op de Daver is het een lange klim over fietspad naar het viaduct over de Betuweroute en de A15. Links in de verte prijkt de kerk van Zoelen, iets minder ver en recht voor me die van Tiel. Het verkeer davert - excuus, deze is ál te makkelijk - onder me door.
Na het nemen van het viaduct is-ie er eindelijk weer: de Linge. Het voormalige veer- en tolhuis De Hamsche Brug heet nu Brasserie Nu, je moet met je tijd meegaan.
Ik loop hier op de Culemborgse Grintweg, die naam is gek genoeg gebleven. De A15 is bijna niet meer te horen, de geluidsschermen doen hun werk naar behoren. Rechts meandert de Linge door de uiterwaard, er lopen pony's in soorten, maten en kleuren. Links staat de mais op ponyhoogte.

Ik realiseer me nu dat ik tot aan Wadenoijen vlak langs de Linge blijf lopen. Maar op de Lingeweg, aan de rand van het door Tiel opgeslokte Drumpt, houdt een-coniferenhaag-waar-geen-eind-aan-komt de rivier uit het zicht.