Afbeelding
Foto:

De Park

Ik steek, net onder de Rijkerwoerdse Plassen, eerst de Kerkstraat over, daarna de drukke Rijksweg Noord en kom vervolgens pardoes op een laan met knoestige, oude walnotenbomen. De spiksplinternieuwe, slingerende fiets- en voetgangersbrug direct al over het spoor Elst-Arnhem kreeg een passende naam: Hoge Noot. 

De één kilometer lange Notenlaan was ooit de oprijlaan van Kasteel De Park. De Park is het laatste stukje Park Lingezegen op m’n tocht. Het moet een mozaiek van graslanden, houtwallen, boomgaarden, bossen, lanen en paden worden. Over een tijd kan het zomaar iets van het traditionele stadspark hebben. Het voormalige kasteel staat daarbij garant voor het ‘stukje cultuurhistorie’. 

Dat Huis De Parck was van halverwege de zeventiende tot begin negentiende eeuw in het bezit van de Van Lyndens – ik zal die oude Gelderse adel later ook nog in Hemmen tegenkomen. Heel jammer dat het in 1819 gesloopt is, maar dat lot trof rond die tijd veel voorname huizen. De Franse bezetters maakten korte metten met de feodale verhoudingen. De adel hoefde nog net niet op een houtje te bijten, maar het onderhoud van hun optrekjes schoot er nog wel eens bij in. En de boeren en burgers konden de kasteelmoppen best gebruiken.

Maar de oprijlaan bleef gelukkig gespaard. Langs die Notenlaan liep in de Romeinse tijd een oude tak van de Rijn. Nu gaat het Romeins Lint, een wat hoger liggend betonnen fiets-, skeeler- en wandelpad, dwars door het park.

Ik loop over het Romeins Lint Oost naar Elst.