Een grutto in het warme ochtendlicht van de voorjaarszon. (foto: Jeroen van Wijk voor Geldersch Landschap & Kasteelen)
Een grutto in het warme ochtendlicht van de voorjaarszon. (foto: Jeroen van Wijk voor Geldersch Landschap & Kasteelen) Foto: Jeroen van Wijk voor Geldersch Landschap & Kasteelen

Onze nationale vogel is terug!

OVERBETUWE - Aan het einde van een grauwe winter kijkt menigeen ernaar uit: het voorjaar! Zo gauw de zon meer gaat schijnen, schieten voorjaarsbloeiers als krokussen en sneeuwklokjes de grond uit. De eerste vlinders fladderen weer rond, de roffels van spechten galmen door de bossen en koolmezen, roodborstjes en heggenmussen zingen er in onze tuinen luidkeels op los. Vanaf eind februari kun je in de weidegebieden ook weer een vogel zijn eigen naam horen roepen. Dat is de grutto, onze nationale vogel!

De grutto wordt gezien als een oer-Hollandse weidevogel. Nergens in Europa broeden namelijk zoveel grutto’s als in Nederland. Sterker nog, liefst 90 procent van alle grutto’s in Noordwest-Europa broedt in ons kleine landje! Toch brengen de vogels het grootste deel van hun leven in het buitenland door. Als het broedseizoen voorbij is en de jongen kunnen vliegen, vanaf juli tot in augustus, vertrekken ze namelijk massaal naar West-Afrika om daar te overwinteren. Een enorme reis over onder andere de Sahara, die veel grutto’s in één ruk maken! Eind februari en begin maart druppelen de grutto’s Nederland weer binnen. Na hier enkele weken hun buikjes vol te hebben gegeten, zoeken de trouwe paartjes elkaar weer op en klinkt hun typerende roep: 'gruttooo, gruttooo'!

Weidevogels onder druk

Grutto’s zijn, net als bijvoorbeeld de kievit, tureluur en wulp, niet weg te denken uit het Nederlandse polderlandschap. Toch lijken we hier hard naar op weg.